Negatieve gedachten en gevoelens (workshop )

Leeftijd: kinderen van 9 tot 12 jaar & jongeren van 13 tot 17 jaar
Duur: 2 uur
Kijk in de agenda wanneer deze workshop is of Meld je hier aan

Tijdens de workshop negatieve gedachten en gevoelens werken we met het 5G schema. Het werken met het 5G-schema leert ons dat er een connectie is tussen je denken, je voelen, jouw gedrag, de gebeurtenissen en de gevolgen ervan. Tijdens deze werkshop lopen we langs het 5G schema met leuke opdrachten met paarden.

De 5 G’s zijn:

1. Gebeurtenis
2. Gedachten
3. Gevoelens
4. Gedrag
5. Gevolgen

Hoe kan dit schema helpen?

Soms krijg je wel eens negatieve gedachten als: “het is altijd mijn schuld”, “ik kan het niet”, of “anderen doen het altijd beter”. Deze gedachten maken je erg onzeker en kunnen problemen zelfs erger maken. Met het 5-G schema kunnen we kijken waar deze gedachten vandaan komen en of we deze gedachten kunnen veranderen.

Met het 5G schema vraag je jezelf de volgende vragen:
Gebeurtenis : Waar was ik, met wie, wat gebeurde er?
Gedachten : Wat dacht ik, of zei ik tegen mezelf? Wat vond ik ervan?
Gevoelens : Wat voelde ik, welke emoties speelden in mij op?
Gedrag : Wat deed ik? Hoe reageerde ik?
Gevolgen : Wat gebeurde er door dit alles?

Een voorbeeld bij kinderen:
Gebeurtenis : Morgen heb ik een taaltoets
Gedachten : Ik kan het toch niet. Vorige keer had ik ook al een onvoldoende
Gevoelens : Ik voel me onzeker en heb buikpijn
Gedrag : Tijdens de toets denk ik alleen maar dat ik het niet kan en maak ik fouten of sla ik moeilijke vragen over
Gevolgen : Door mijn onzekerheid heb ik een onvoldoende
We verdelen onze gedachten in 2 soorten:

Een voorbeeld bij jongeren:
Gebeurtenis : Ik moet een presentatie doen op school
Gedachten : Ik kan het niet, de vorige keer vergat ik wat ik moest zeggen
Gevoelens : Ik voel stress, onzekerheid en heb buikpijn
Gedrag : Tijdens de presentatie zie ik iedereen kijken en ben ik zo bang dat ik mijn tekst vergeet, dat ik dichtklap
Gevolgen : Door mijn onzekerheid heb ik een onvoldoende

We verdelen onze gedachten in 2 soorten:
– Pretbedervers:
“Ik kan het toch niet”, “Vorige keer ging het ook niet goed”, ”Ik doe het altijd verkeerd”, “Ik heb er geen vertrouwen in dat…”
– Helpende gedachten.
“Ik wil het, dus ik doe het”, “Ik mag om hulp vragen”, “Iets niet kunnen is niet erg”, “Ik vertrouw er op dat…”